Ook de tweede en derde dag van het EAOF-congres Shaping the future of community mental health care (http://www.eaof2019-futurementalhealth.com/)  waren inspirerend.

De eerste sessie begint met een zeer bekend iemand: Roberto Mezzina, directeur Mental Health in Trieste. De regio in Italië waar de deïnstitutionalisatie eind jaren ‘70 begon en wellicht de regio die het meest voorop loopt in Europa. Roberto put uit zijn onvoorstelbare ervaring van de afgelopen 40 jaar in Trieste. De hoofdlijn: Deïnstitutionalisatie kan alleen slagen als er naast het afbouwen van bedden en het opbouwen van ambulante zorg ook samengewerkt wordt aan empowerment van patiënten en het bestrijden van stigma. In meerdere lezingen werd benadrukt dat we niet alleen de ziekte maar de hele mens moeten zien en dat we integraal en in netwerken moeten werken.

Daarna sprak Patrick Corrigan over stigma in de GGZ. Patrick is professor aan het Illinois Institute of Technology en ervaringsdeskundige. Hij heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar stigma. Veel campagnes tegen stigma hebben juist het tegenovergestelde resultaat: we bevestigen de negatieve aspecten juist meer dan dat het stigma vermindert. Daarom heeft hij twee eenvoudige boodschappen voor ons. We mogen het belang van stigma niet onderschatten. Wellicht is stigma zelfs nog wel erger dan de stoornis zelf omdat we mensen daarmee niet alleen hun waardigheid afnemen maar ook het vermogen om te herstellen. En zijn tweede boodschap na 2 decennia aan onderzoek is eenvoudig: contact is het meest effectief. Zeker zijn betoog over zelfstigma is inspirerend: We moeten van een disease identity naar een human identity en hij stelt TLC voor: targeted local credible continous contact. Ook doet hij een oproep: Come out to be proud.

Gedurende de afgelopen dagen hebben we verschillende lezingen van ervaringsdeskundigen bijgewoond. Men sprak over de kracht van contact en verbinding om zo van treatment naar healing te komen. Martijn Kole liet ons ervaren hoe het is om met peer supported open dialogue te werken. Mooi om te zien hoe de behandelaren in de zaal deze methodiek ervaren. Ook de nieuwe wijze waarop GGZ Noord Holland Noord haar intake doet spreekt tot de verbeelding: de psychiater, psycholoog én ervaringsdeskundige doen samen de intake. Een voorbeeld voor iedereen!

Op de laatste dag trapt professor Floortje Scheepers van de Universiteit Utrecht af. We hebben haar vaker gehoord en zijn erg fan van haar werk, omdat ze serieus werk maakt van het omgaan met digitale zorg, complexe data en nieuwe technologie. En ze heeft een duidelijk beeld over de ‘big five’ (Google, Amazon, Microsoft, Facebook en Apple) die de zorg radicaal zullen veranderen, maar waarbij maatschappelijk belang niet altijd voorop zal staan. Haar onderzoek d.m.v. complexe data levert de eerste verrassende algoritmes op. Zo kan op basis van EPD-verslagen van de eerste opnamedag worden voorspeld wie na enkele dagen een grotere kans heeft om agressief gedrag te vertonen.

Er waren ook enkele workshops over digitale psychiatrie en hoe dit bij kan dragen aan de ambulantisering. Voor ENSO Health interessant omdat een aantal van onze projecten zich richt op het ontwikkelen en implementeren van digitale zorg. Wat we al wisten, en wat op het congres werd bevestigd is dat digitale zorg nog in de kinderschoenen staat. Er worden wel digitale programma’s ontwikkeld maar bij de implementatie gaat het vaak mis waardoor het daadwerkelijk gebruik in de praktijk achterblijft.

Toch zijn er geslaagde voorbeelden. Zo is in Helsinki door de inzet van de Teleward voor patiënten met een psychose de gemiddelde verblijfsduur in de kliniek teruggebracht naar 15 dagen. De eerste afspraak is screen to screen en is gelijk een groepsgesprek tussen de patiënt en zijn netwerk en de psychiater, verpleegkundige en psycholoog waarbij het behandelplan wordt opgesteld. Uit de eerste bevindingen blijkt dat 70% van de patiënten niet meer hoeft te worden opgenomen, een mooi resultaat!

Enrico Zanaldo uit Verona sprak over de wijze waarop het digitale programma iFightDepression in Italië wordt geïmplementeerd en Monica Eikema (Rosmalen) vertelde over een recent ontwikkeld apparaat waarmee patiënten thuis zelf hun lithiumlevel kunnen meten. Normaliter gaat iemand hiervoor 4 tot 6 keer per jaar naar het ziekenhuis, met dit apparaat kan men vaker thuis meten en de scores zelf bijhouden en delen met de arts waardoor sneller bijsturen mogelijk is.

Ronny Bruffaerts uit Leuven sluit het congres af met de stand van zaken van de GGZ in België. Men heeft nog een lange weg te gaan. De uitdagingen zijn groot en divers: Een van de hoogste aantallen bedden in Europa en men heeft nog geen echte start gemaakt met FACT of andere ambulante outreachende teams. Er is een groot netwerk aan psychiaters en huisartsen maar die werken weinig samen. Ook is er sprake van zowel over- als onderbehandeling.

Niels Mulder sluit samen met Mirella Ruggeri het congres af. Hun conclusie: deïnstitutionalisatie blijft een actueel thema. De focus verschuift naar integrated recovery, de inzet van ervaringsdeskundigen en het bestrijden van stigma. Maar we moeten vooral aan de slag gaan, dus we sluiten af met de slogan die Niels introduceert: “It’s the implementation stupid!”. Met deze blog hopen we je mee te nemen in de thema’s van het congres. We zijn benieuwd naar jouw kijk op deze onderwerpen, laat ons weten wat je ervan vindt!

Terug naar inspiratie

Contact