Vanuit ENSO Health houden we ons onder andere bezig met het bedenken, ontwikkelen en implementeren van nieuwe zorgconcepten. Dat kan ervoor zorgen dat er meer ambulant gewerkt wordt en vanuit minder bedden, maar soms juist ook dat er nieuwe voorzieningen gerealiseerd moeten worden die passen in het streven naar zoveel als mogelijk ambulant behandelen. Maar minstens zo belangrijk als het concept is het idee dat achter dat concept schuil gaat. Daarom wil ik het hebben over ZERO beds: geen bedden meer in de GGZ!

Eind 2017 was ik op uitnodiging van Wilma Boevink bij een congres van het Trimbos Instituut. Tijdens een van de presentaties noemde Marijke van Putten van GGZ Noord Holland Noord de term Zero Beds – geen bedden. Ze schetste daarbij haar ‘big hairy goal’ voor de GGZ en de toekomst van de GGZ.

Zoals het gaat met alle ideeën die je perspectief veranderen: als ze eenmaal in je hoofd zitten, dan blijven ze daar ook plakken en groeien en krijg je ze er ook niet meer uit. En dat is volgens mij ook goed, omdat het niet voor niets blijft plakken.

Dus de maanden erna vroeg ik me geregeld af: waarom hebben we eigenlijk bedden in de GGZ? Welke functie spelen die en hoe verhoudt zich dit – zeker nu – in het veranderende landschap van de GGZ? Waarin technologie, nieuwe concepten en verandering je dagelijks om de oren vliegen.

Op het oog klinkt dat wel goed: geen bedden. Alles ambulant. Onderzoek wijst immers uit dat thuis herstellen veel duurzamer is dan in een kliniek. En we vinden ook steeds meer dat we alleen klinisch opnemen als het noodzakelijk is en als we ambulant geen (meer) mogelijkheden zien. En gelukkig zien we die steeds meer. Anderzijds zijn we nog steeds een van de koplopers in Europa als het gaat over het aantal bedden.

Nu, alweer een tijd later, kom ik voor mijzelf tot de volgende voorlopige conclusie:

Klinisch verblijf in de GGZ raakt aan twee aspecten: nabijheid en veiligheid. Nabijheid door zorgprofessionals in de buurt te hebben die je de zorg kunnen geven die je nodig hebt op het tijdstip dat je deze nodig hebt. En anderzijds veiligheid: je veiligheid als patiënt die je nodig hebt en de veiligheid om je omgeving soms tegen jou te beschermen of hun draaglast tijdelijk te verminderen.

Maar waarom kunnen we nabijheid en veiligheid niet gewoon in iemands eigen omgeving organiseren? En waarom moet dat dan in een gebouw dat niet je thuis is, dat ver afligt van je dierbaren, en dat ook nog tegen hogere kosten die we beter voor ambulante zorg kunnen inzetten?

Waarom kunnen we niet een gebiedsteam die zorg laten verrichten? Die op jouw gewenst moment er zijn, aangevuld met een breed scala aan technologie zoals sensoren, deurbeveiliging, en andere moderne middelen? De stand van de techniek laat het al toe en organisatorisch moet het kunnen in 2019.

De term zero beds werd me overigens niet in dank afgenomen: toen ik tijdens een gesprek met een psychiater daarover begon, was de kamer al redelijk snel te klein en werd me verweten dat ik erop uit was om hen de bedden af te nemen. Dat is het niet en daar gaat het me ook niet om: natuurlijk gaan we het niet redden om “zero beds” te realiseren. We hebben niet voor niets de HIC-afdelingen in Nederland opgezet en ook organisatorisch zijn er limieten aan wat we kunnen of in ieder geval wat we nog efficiënt kunnen organiseren. Maar dat is de boodschap ook niet. Mijn boodschap is anders: om een stap verder te komen in het denken in nieuwe oplossingen voor de GGZ zijn het niet alleen de bestaande bedden die ons hinderen maar juist het idee van klinische bedden: indien we blijven denken in afdelingen en bedden zullen we altijd meer bedden houden dan we nodig hebben.

Terug naar inspiratie

Contact